
De Engelse kust, daar heb ik nog steeds niet echt een beeld bij. Gek, want ik ben al regelmatig in Brighton geweest en ons glamping in Longlands leverde ook de mooiste uitzichten op. Maar toch komt het zelden in me op om spontaan een weekend naar de Engelse kust te gaan.
Gelukkig is Alex daar een stuk creatiever in en boekte hij een weekje Canterbury en Whitstable. Die eerste was van de verhaaltjes, tenminste daar stond me iets van bij. Van die tweede plaats had ik nog nooit gehoord. En nog steeds heb ik moeite om die naam te onthouden. Maar dat ligt vast aan mij.
Canterbury
Canterbury is dus inderdaad van de Middeleeuwse verhaaltjes, de Canterbury Tales. Het bleek de doorbraak van Geoffrey Chaucer (nog zoiets: hoe spreek je dat dan weer uit?). In verhaaltjes schetste hij aan de hand van 29 reizigers een vlijmscherp beeld van de rangen en standen in de Britse maatschappij in de 14e eeuw.
Tegenwoordig is het een schattig plaatsje dat op zo’n anderhalf uur van Londen ligt. No worries, de hogesnelheidslijn gaat elk uur rechtstreeks vanuit hartje Londen (St. Pancras station). De oude burcht, de kolossale kerk en de straatjes zelf zijn de moeite waard. Neem in de kathedraal vooral een audiogids mee, want je wilt de gruwelijke verhalen niet missen. Hier werden koningen vermoord en zondaars verketterd.
Whitstable
Canterbury zelf is leuk voor een (half) dagje en van hieruit neem je bus (20 minuten) of trein (10 minuten) door naar Whitstable. Het kleine dorpje draait op visserij, oesterkweek en toerisme. Wat mij betreft een gouden combinatie. En daarin ben ik niet de enige.
Via Hotel Continental had Alex een originele plek gevonden om te overnachten: oude visserhutten aan het kiezelstrand. Waar ooit de vissers uitrustten na een dag werken (of gewoon een dronken lellebel mee naar boven sleurden om flink uit te wonen), kun je nu romantisch overnachten in strakwitte kamers. Via een piepklein deurtje ga je de visserhut in en wie bang is in de winter kou te lijden in de houten huisjes: wees niet bevreesd, hier wordt nog ouderwets goed warm gestookt.
De oude vissershaven is nog steeds in gebruik, maar er omheen zijn restaurants en pop-up marktkramen de publiekstrekkers. Aangezien je een flink stuk langs de kust kunt wandelen, zul je blij zijn met de restaurants die je onderweg tegenkomt.
Zelf hebben we natuurlijk oesters, mosselen en verse vis gegeten. Maar ik kan me voorstellen dat de fish and chips er net zo lekker ingaan.
Zou jij naar Whitstable willen?
(laat je reactie hieronder achter)
