
‘s Morgens ben ik niet op mijn best. En hoewel ik me elke avond voorneem het de volgende dag anders aan te pakken, is 5 minuten wandelen door de metrokrochten van Londen genoeg om mijn zorgvuldig weggemoffelde ochtendhumeur te laten doorschemeren. Gelukkig zijn er oplossingen.
De eerste paar keer dat ik mijn uitermate sexy wederhelft in Londen opzocht, leek de stad gehuld in een roze mist. Alles was leuk, de aangeprezen musicals lonkten en elke metrohalte was het begin van een nieuwe ontdekkingsreis door bovengronds Londen.
Hoe anders is dat als je er inmiddels zo vaak komt, dat je je gaat irriteren aan de hoeveelheid toeristen. Ok, officieel woon ik hier niet en ik ben dus ook gewoon één van de vele toeristen.
Maar ik heb wel een sleutel van ons appartement en ik ga regelmatig ‘s morgens aan het werk in het kantoor van ons zusterbedrijf in het bruisende Covent Garden. Maarverder behoor ik natuurlijk tot het non-native plebs.
Toch heb ik iets gemeen met de Britten: een gezonde drang naar efficiëntie in het dagelijks vervoer. De rechterrij op de metrotrappen is voor stilstaanders en de linkerrij is voor doorlopers. In de gangen van de metro geldt een soortgelijke regel: rechts loop je langzamer dan links.
Zelden blijken toeristen echter op de hoogte van deze regels. Ondergronds lost dit probleem zich op door het overzicht dat de roltrap biedt: je kijkt ver vooruit en ziet hoe het hoort. Maar zodra het om horizontale verplaatsingen gaat blijkt het merendeel van de passanten te leven op een planeet die niet groter is dan hun eigen omvang.
Verspreid over de volle breedte van een gang, een stoep of gewoon midden op het zebrapad begeven de kleine kuddes zich naar niet nader bepaalde bestemmingen. Gezellig keuvelend over onbelangrijke zaken, lurked aan suikerhoudende dranken of achter kinderwagens bewegen ze zich voort in de veronderstelling dat de volle breedte van het pad voor hen bestemd is en dat achter hen mensen lopen die minder haast hebben dan zij. Alsof dat uberhaupt een wenselijk leefritme zou zijn.
Goed, het is ‘s morgens vroeg. Ik ben dan niet op mijn best. Ik ben een langslaper van het laat-naar-bed-soort. Alles voor 10 uur is voor mij ondraaglijk. Dat schijnt genetisch bepaald. Misschien geldt dat ook voor breedlopen. Alhoewel ik betwijfel of die wetenschappelijke benadering het gevoel van ochtendhumeur kan wegnemen. Laat ik dat morgen eens proberen. Wie weet.
En anders zijn er altijd nog fast lanes en slow lanes te introduceren: