
Reizen gaat voor mij over het ontdekken van nieuwe landen, culturen, eet- en drinkgewoontes en natuurlijk de prachtige natuur! India is dan ook een bestemming die hoog prijkt op lijstjes van reislustigen. Vooral backpackers zijn er dol op. Ik ben er geweest. Er viel inderdaad een hoop te ontdekken. En ik hoef nooit meer terug.
De natuur in India is overweldigend en het land heeft zo’n eigen cultuur en rijke geschiedenis, dat het moeilijk is om er niet verliefd op te worden.
De Taj Mahal staat er; één van de 7 moderne wereldwonderen. Voor vegetariërs en Dierenpartij-liefhebbers is het een paradijs: de spinazie met kaas wordt in eindeloos veel combinaties opgediend en dieren kunnen goden zijn. En mensen beesten.
Maar na een rondreis langs hoogtepunten van voornamelijk Rajasthan, weet ik niet of ik er ooit nog naar terug wil. Dat het geen gay travel bestemming is, wist ik al van tevoren. Maar los daarvan vond ik 10 redenen om niet naar India te gaan. En 1 om wel te gaan. Wat wordt het voor jou?
-> India is geen gay bestemming. Wat je dan moet doen? Lees ook: Help, my destination is not gay enough!
1. De spirituele gelukszoekers
Rishikesh ligt aan de voet van de Himalaya en is een spiritueel oord waar de Beatles in de jaren ‘60 hun heil zochten. Geen wonder dat het een pleisterplek is voor neo-hippies en new age figuren.
De geur van wierrook komt je tegemoet als je Rishikesh binnenloopt. Meisjes met wijde tie-dye-broeken en rastavlechtjes schrijnen er voorbij met een gelukzalige glimlach en even krijg je het idee dat je hier het geluk gaat vinden.
Maar dan ontdek je dat de commerciële machinerie hier slim in elkaar zit: hoe meer je betaalt, hoe minder voorzieningen je krijgt. Alsof je spirituele welzijn afhankelijk is van het ontbreken van materieel comfort. Als dat zo was, dan hoefden al die geestelijk leiders toch ook niet in grote paleizen te wonen met collecties Mercedessen?
Nou ben ik misschien een nuchtere Hollander, maar zelfs als je dat niet bent weet je dat een goed matras net zo goed voor je gesteldheid is als een kruidentheetje. Of eigenlijk zelfs beter.
Laat een wenslantaarn op de rivier wegdrijven, koop een USB-stick met murmel-muziek of vervang je rugzak voor een handgevlochten schoudertas en je bent weer helemaal zen, yin-yang of hoe dat hier ook mag heten. En dan zo snel mogelijk door naar de volgende plek.
2. ‘Sir, taxi?’
Wat je natuurlijk niet mag overslaan als je naar India gaat, is een ritje met de riksja. Niet zo’n Amsterdamse bakfiets met een hard trappende hipster, nee gewoon een echte met een arme Indiër die waarschijnlijk al drie dagen niet genoeg calorieën heeft gegeten om je zware afgetrainde gespierde lijf heuvel-op te trappen.
Zelfs als je niet van plan bent in een riksja te stappen, zul je doodmoe zwichten voor het opdringerige aanprijzen van de riksja-chauffeurs. ‘Sir, riksja, sir taxi?’ klinkt het minimaal 30.000 keer per dag. En hoewel je stug nee blijft zeggen, zullen ze je achtervolgen tot je woest wordt. En ziedend.
Maar uiteindelijk zúl je zwichten. Neem het er op zo’n moment van en maak die selfie. En stap dan heel rap weer uit, want:
3. Afspraak is geen afspraak
Je kunt onderhandelen tot je een ons weegt met de ijverige sjacheraars die in India het merendeel van de bevolking uitmaken. Maar denk niet dat je na het sluiten van de deal klaar bent.
Als je chauffeur je voor de afgesproken prijs naar je bestemming brengt, bedenkt ‘ie tijdens het trappen tientallen upgrades en andere excuses waarvoor je meer zou moeten betalen. Hij wil dat je z’n lunch betaalt. Hij wil wachtgeld als ‘ie moet wachten voor je terugrit. Hij verandert de prijs bij het afrekenen en dreigt met z’n vrienden van de politie die verderop staan. Ga zo maar door. Heb je een taxi bestelt, dan zal ‘ie je zelfs proberen wijs te maken dat zijn prijs exclusief benzine was. Of je die ook nog even wilt betalen.
Het enige dat helpt, is voet bij stuk houden. Of nou ja, dat is je enige kans. Maar reken er wel op dat het je bij elkaar opgeteld dagen van je vakantie gaat kosten. All part of the experience, zeggen ze. Doodvermoeiend.
4. Het Kastenstelsel
India heeft een kastenstelsel, waarmee rijk en arm keurig gescheiden langs elkaar heen leven en volgens de officiële lezing toch naar elkaar omkijken. In de praktijk betekent dit dat je tijdens je vakantie duizenden mensen op straat ziet slapen, terwijl rijkere Indiërs er niet naar omkijken.
Sterker nog: ik heb gezien hoe mensen uit een hogere kaste hun uiterste best hadden gedaan om een zo groot mogelijke puinhoop te maken van een hotelkamer, zodat ‘ie door een ander kon worden opgeruimd.
Het hele systeem hangt van regels aan elkaar, die het vooral onmogelijk maken om te ontsnappen aan je armoede. Het druiste zo in tegen mijn principes, dat ik er letterlijk buikpijn van kreeg. (Het eten komt straks.)
Een verrijkende ervaring volgens velen, deze kennismaking met een andere cultuur. Volgens de goedgelovigen is het mooi om te zien hoe mensen hun lot accepteren en er tevreden mee zijn. Seriously? Uit pure onmacht berusten in je lot betekent niet dat je niks beters van je leven wilt maken.
En of je zo’n systeem moet belonen met je financiële impuls voor de economie? Mijn vakantiegeld gaat liever naar een goed doel dat mensen in India écht helpt.
5. Die Bollwood-film
Natuurlijk moet je een Bollywood-film gaan kijken in India. De bioscopen zijn er prachtig en er draaien genoeg films die je in Nederland nooit te zien zult krijgen.
Het grootste schouwspel speelt zich echter af in de zaal zelf, waar mensen gedurende de hele film worden gebeld en hun telefoon niet opnemen, maar opzichtig in de hand houden terwijl ‘ie afgaat. Kijk mij eens rijk zijn.
Voordeel is wel dat je zelf ook gewoon ff naar huis kunt bellen tijdens de film. Kun je in elk geval zeggen dat je in een echte Bollywood-bios zit.
6. Op eigen risico
Tijdens mijn maand in India keek ik de dood 3 keer in de ogen. De eerste keer was tijdens een schietpartij, die ineens ontstond naast een drukke moskee. De moslims en de sikhs hadden een wekelijkse ruzie, die niet in de Rough Guide stond aangekondigd. Gek, want ik vond het wel rough.
De tweede keer was er een bomaanslag in de drukste backpackerstraat van Delhi. Ook dat komt wel vaak voor, maar als het slechts 1 bomaanslag is, zul je ‘m niet bij de NOS voorbij zien komen. De kans dat ze achterhalen wie je bent, is erg klein. Laat in elk geval je achterblijvers altijd weten waar je uithangt.
De laatste keer dat magere Hein me in India opzocht, was in de woestijn. Terwijl ik onder de blote hemel lag te slapen, vond een slang het nodig om onder onze dekens te schuilen. Onze gids was zo doodsbang, dat ‘ie uit paniek niet alleen de slang, maar ook de complete rugzak van een medereiziger aan gort sloeg met een stok.
Tip: trap er niet in als je een zonsopgang kunt gaan zien in de woestijn. Lang voor de zon opkomt, is het al licht. Tegen de tijd dat de zon zich laat zien, heb je al 3 keer in een karig bosje je diarree laten lopen. En aan de horizon staan gewoon moderne windmolens. Dan kun je net zo goed op de Veluwe naar een zonsopgang gaan kijken.
7. Tourguides
De term ‘tourguide’ is volgens lokaal gebruik een beroep dat je aanneemt als je een pak geld ziet. Het feit dat je in de woestijn zelf de weg ook niet weet als tourguide, verbloem je gewoon door regelmatig aan wildvreemden te vragen naar de weg.
8. Het eten
Ik moet toegeven dat ik erg lekker heb gegeten in India. En de diarree die ik had, kreeg ik volgens mij ook van het drinken uit een vies colaflesje. Nee, het eten was goed.
Dat weet je eigenlijk al op dag 1. Als het dan naar believen is, dan kom je de rest van je vakantie wel door. Want feitelijk eet je iedere dag hetzelfde, in wisselende samenstelling.
Omdat de koe heilig is en het varken onrein, is het veel kip en vega, met spinazie, kruiden en kaas. En spinazie, kaas en kruiden. Of kruiden, spinazie en kaas. Had ik al gezegd dat het iedere dag meer van hetzelfde was?
9. De prachtige woestijn
India heeft prachtige oude steden, waarvan Jaisalmer en Udaipur me het meest zijn bijgebleven. Net als de treinrit tussen die twee steden trouwens. De trein vertrok een uur of 4 later dan gepland en in dat opzicht is de NS gewoon een feest.
In plaats van vóór de trein te springen, staan ze er in India liever op en dat levert mooie foto’s op. Net als de stations trouwens, waar mensen uren liggen te wachten op hun aansluiting.
Wie net als ik romantisch van aard is, kent vast de films waarin mensen heerlijk hun haar laten wapperen terwijl ze door de woestijn hun legendarische treinrit maken.
Ondanks dat ik geen haar heb en mijn trein midden in de nacht reed, zorgde de maan voor een prachtige verlicht woestijnlandschap en ik deed mijn raam open. Mijn hoofd ging naar buiten en ik genoot van deze zeldzame rustige minuten in het altijd drukke India.
Toen ik mijn hoofd weer naar binnen deed, viel me op dat er een soort waas in de coupé hing. Ik had de halve woestijn naar binnen laten blazen. Geheel mijn eigen fout natuurlijk. Anderzijds, de coupe was toch a zo smerig, dat je nauwelijks zag dat er een milimeter zand bij was gekomen.
In de semi-private slaapcabine was het overigens een drukte van jewelste, omdat families lekker kletsend de nacht doorkomen en er om de haverklap iemand schreeuwend z’n zakjes eten aan de man probeert te brengen, terwijl de conducteur en treincatering hun uiterste best doen om die mensen met evenveel geschreeuw weg te jagen uit de cabine.
10. Alles is vies
De straten, de stoelen, de tafels; alles is vies in India. Ziek word je hier niet van het eten, maar vanwege de enorme hoeveelheid troep die je tegemoet komt als je buiten de comfortzone van je luxe hotel stapt. De desinfecterende handzeep is je beste vriend. Als je ‘m koopt in een smetteloze shoppingmall.
Hoewel ik die nooit gebruik op vakanties, kon ik in India niet zonder. Al was het maar omdat ik zelf ook niet meer wist of ik nou volgens lokale gebruiken m’n edele delen met m’n linker- of rechterhand moest schoonmaken. En welke hand je dan wel of niet mag gebruiken om mee te eten.
Toch is er één reden waarom je zeker naar India moet gaan.
Terug naar huis
Het mooiste aan India, is dat al die nare herinneringen als sneeuw voor de zon verdwijnen als je thuiskomt.
Dan blijkt de murmelmuziek ineens rustgevend, mis je de geur van kruiden, chai en koeienstront en is het best wel saai dat je bij Uber gewoon vooraf te zien krijgt wat je taxirit kost.
De foto’s die je in India schiet zijn onbeschrijflijk mooi. En als je net als ik een Philips Hue lampenset hebt, kun je wel mooi je pics gebruiken om de fraaiste lichtinstellingen na te bootsen. Vooral de Taj Mahal doet het goed 😉
Gelukkig had ik ook nog een paar miljoen zandkorrels die uit mijn rugzak vielen. Stille getuigen van een trip om nooit te vergeten. Dat is ook wat waard, schijnt.
Je verhaal bevestigd al mijn vermoedens, ben er verre van nieuwsgierig naar 😊
ja, ik wil nog 2x niet meer terug naar India 🙂
Zelf ben ik 3x een week op zakenreis naar India geweest (Pune). Dan heb je natuurlijk niets van India gezien maar het was voor mij wel een bijzondere belevenis om met Indiërs om te gaan. Na de eerste keer wilde ik graag weer terug om zaken beter te doen net zolang tot ze het wel gingen begrijpen.
Gelukkig ben ik ook een weekend weggeweest. Geslapen in een boomhut in de jungle, met als waarschuwing dat ik ’s ochtends eerst mijn schoenen moest controleren op beestjes voor ik ze weer aan deed. Op het strand in Goa gelopen en altijd heerlijk Indisch gegeten.
De armoede is er altijd heel dichtbij en ik moet eerlijk zeggen dat ik het bewust in m’n hoofd genegeerd heb om de trip er aangenaam door te laten zijn. Maar vanzelfsprekend is er nog heel wat te doen in India om iedereen een menswaardig bestaan te geven.
Wat mij nog wel goed bijgebleven is dat ik op een gegeven moment vroeg waar die jongen gebleven was die mij altijd thee bracht. Hij bleek ontslagen te zijn omdat hij geregeld niet kwam opdagen. Op zich geen vreemde reden voor ontslag en er zijn ergere dingen maar voor mij had dit toch een vervelende nasmaak.
De mensen die ik ontmoet heb tijdens de 3 trips waren altijd zeer vriendelijk en op de een of andere manier raakte mij dat waardoor ik zo weer terug zou gaan om er weer een klus op te knappen.
wow, wat een mooie ervaringen. Misschien dat ik ooit nog eens die 2e en 3e keer moet gaan voor ik de smaak te pakken krijg. Maar voorlopig ff niet 😉
en toch… ook ik ben er 3x geweest maar dan echt voor vakantie, het waren alle 3 geweldige reizen, en uiteindelijk ben je dan ook weer blij dat je weer naar huis kan. Ik wil zelf nog graag eens naar dat aanhangsel voorbij bangladesh (seven sisters of India), en naar ladakh 🙂
Haha, leuk geschreven. Ik kende dit soort verhalen al en toch wil ik er nog steeds heel graag naartoe.
Je moet er zeker heen gaan, je vergeet het nooit meer! 🙂
Net terug van 1 maand Noord India, Rajastan en Varanasi, nooit van mijn leven krijgen ze me er nog naartoe zelfs niet met een hoop geld bovenop.
Ik ben nu in India en was er vorige maand ook. In Kolkata is alles even smerig, oud en vervallen. Mensen kijken me allemaal na, praten over me, wijzen naar me. Ik kan het wel hebben. Maar dat ze dit ook bij een vriend van me die hier woont doen, doet me wel pijn.
Ik herken me in veel wat je schrijft. Het is dat mijn vriend niet zomaar kan reizen in verband met de belachelijk strenge visumeisen. Daarom zal ik hier blijven komen. Maar gewoon een beetje aansluiting in een winkel, oprechte interesse of vriendelijkheid. Dat mis ik hier. Je wordt volkomen genegeerd in bijvoorbeeld de metro. En op straat zien ze alleen je geld. Gisteren riep een vrouw: de witte mensen komen hier alleen filmen en gaan dan weer.
Ik vind Kolkata deprimerend. City of Joy? Is vast alleen verzonnen om andere dingen te verbloemen.