
In Rotterdam waait het: de ene dag een frisse lentebries, de andere dag een vervloekt koude wind die de regen tegen je kletsnatte spijkerbroek aansmijt. Eens in de paar jaar krijgt Rotterdam ook een frisse wind door de stad; zo één die momenteel door de stad heen raast.
Ooit vertrok ik naar Rotterdam, omdat iedereen in mijn vriendenkring zei dat het zo’n verschrikkelijke rot stad was. De meesten hadden nooit langer dan een dag in 010 doorgebracht. Een dagje Euromast, Hotel New York en stappen in Nighttown en dat was het. Mij leek het een avontuur om daar minimaal 3 maanden te gaan wonen.
Ik verruilde mijn uitzicht op het Rijksmuseum voor het minstens zo levendige uitzicht op de Speeltuin Weena. Een werelds verschil: de statige Spiegelgracht is nu eenmaal anders dan de zijstraten van de Wild West-Kruiskade. De eerste weken stroomde de adrenaline dag en nacht door mijn aderen. Overdag vanwege de hoeveelheid aan culturele prikkels, hippe bars en enorme hoeveelheid festivals. ’s Nachts vanwege de ongure types die ik tegenkwam op weg naar huis. Hoeren en huisdealers gaven me een relatief veilig gevoel tussen de messendragende dronkenlappen, die rondscharrelden op zoek naar drugs, geld of gewoon ruzie. Rotterdam was een wereldstad, ruig en creatief. Je hoorde de hunkering van de stad opstijgen uit het geroezemoes op straat. ‘Houd van mij’, zoemde het zachtjes.
‘De stad veranderde in een gemoedelijk bergdorp’
Na de bruisende jaren werd het wat rustiger. Een kleine culturele oprisping tussen 2006 en 2008 zorgde voor wat levendigheid, bij een laatste uitbundige stuiptrekking in de cultuurbegroting. Maar daarna het werd weer stil. De crisis enzo, je kent het wel. Aboutaleb veranderde met zijn colleges de wilde stad in een gemoedelijk bergdorp, waar hoeren, homo’s en andere feestgangers nauwelijks nog een podium hebben. Althans, niet op de mooie aangeharkte pleinen in de artist impressions van architecten en planologen.
Maar anno 2014 broeit het weer. ‘Pop-up’ was de afgelopen jaren het toverwoord waardoor de stad nu is voorzien van hippe bars en levendige start-ups. Geheel tegen de bedoelingen van de architecten in, strijken bezoekers voor het station neer op stroken gras om gezellig te genieten van het mooie weer. Culturele ondernemers slaan de reguliere kanalen over en smeden hun eigen cultuurplannen. Er wordt gelachen op straat, terrassen groeien als kool en mensen groeten elkaar! Hier en daar vinden internationale toeristen hun weg, met in hun hand een Rough Guide. Als je naar buiten loopt voel je de hunkering van de stad. En als je goed luistert, hoor je de stem van de stad, die als de wind tussen de gebouwen weer fluistert: houd van mij!