Het is een hitsige zomeravond en ik heb gedanst, gelachen en gedronken. De vrienden met wie ik in de discotheek was beland, zijn al naar huis. Maar ik was aan de praat geraakt met een onbekende jongedame. Ze heet Jacqueline en ze heeft een brede glimlach met parelwitte tanden. Terwijl haar vriendinnen proberen te flirten met de jongens die de bar uitlopen, vertragen Jacqueline en ik onze pas. De vriendinnen hebben beet. Met z’n zessen lopen we richting het strand.

De schoenen gaan uit als we bij het strand komen. Het is een heldere nacht, maar toch pikkedonker. De maan is een dun streepje en weerspiegelt op het stille water.

Ik voel de hormonen geheel onverwachts door mijn lijf gieren. Is this happening? Yes, this is happening! Als ons gesprek de zoveelste overbodige zin nadert, kijken we elkaar aan. En vrijwel tegelijkertijd bewegen we onze hoofden naar elkaar toe.

Als mijn lippen de hare raken, merk ik al snel dat deze vrouw doortastender te werk gaat. Het diurt nog geen seconde of haar tong wurmt zich naar binnen. Een brede tong, niet zo’n laf dun puntje of een weerbarstige mossel die in de schelp blijft liggen. Nee, een volle lap vlees werkt zich naar binnen en begint wild rond te draaien. Als dit een mixer was geweest dan was de slagroom binnen 30 seconden stijf. Nu is mijn pik stijf en probeer ik het tempo bij te houden. Ze gaat tekeer zoals je aliens in films weleens ziet doen, als ze een mens overmeesteren.

Het is mijn allereerste zoen, op een Limburgse camping, ergens eind jaren tachtig. En die herinnering komt vandaag levendig naar boven, als ik een Hollywood-kauwgom in mijn mond stop. Zo’n obscuur pakje dat ik meegriste op een vliegveld. Maar zo smaakte ze dus, Jacqueline. Fris als een kauwgompje, maar ze zoende als een ventilator. Het had beter gekund, die eerste zoen. Maar fris was ‘ie wel.