serge gay columnist

Zaterdagavond. Scrollend door de profielen op mijn telefoon zie ik dat er best wat leuke mannen in de buurt zijn. Maar waar zijn ze dan? Een behaarde 35-jarige die 350 meter verderop ook op z’n scherm tuurt, tapt me.

Een half uur geleden stapte ik mijn vertrouwde Rotterdamse gay bar binnen. En na 1 biertje stond ik weer buiten. De safe space waar ik voorheen ongegeneerd kon flirten en mannen kijken, is ‘overgenomen’ door ‘de queers’. Meer op-het-oog-vrouwen dan mannen stonden binnen. Op-het-oog-vrouwen, want aan het aantal bleekgroene kapsels te zien, moest ik heel hard gaan nadenken over voornaamwoorden. Mijn testosteronniveau zakte daardoor net zo snel naar de onderste regionen als Dion & Mia bij het Eurovisie Songfestival.

Het homo-uitgaansleven is in de hele wereld drastisch veranderd de laatste jaren. De regenboogvlag is vervangen door de progressive pride vlag en het publiek is zó inclusief geworden dat zelfs hetero’s graag langskomen om te laten zien hoe inclusief ze zijn. Als witte homoman mag je daar vooral niet teveel van vinden, want dan ben je niet inclusief genoeg.

De homobar van weleer was de enige plek waar mannen ongestoord konden flirten met andere mannen. Zonder rare blikken te krijgen. Zonder in elkaar geslagen te worden. Hooguit werd je afgewezen. Of wees je zelf iemand af. Om na 10 biertjes alsnog tongend op de dansvloer te belanden en smoorverliefd maar niet hand in hand naar huis te lopen.

Totdat Gaydar kwam. En Grindr. En Scruff. En GayRomeo. Langzaam verdwenen homomannen achter hun scherm. Kroegen werden slechter bezocht. Sauna’s gingen dicht. Cruising area’s werden opgeschoond voor Buggaboo-ouders en familie-barbecues.

Met de komst van PrEP leek het tij even te keren, want er kon ongegeneerd en milieuvriendelijk condoomloos geneukt worden. Ineens werd cruisen weer populair en de sauna’s leefden op. Net als de chemsex-feestjes die via de apps werden geregeld. En toen kwam corona.

Ergens in de vage periode tussen online daten en corona kwamen steeds meer genderdiversiteiten uit de kast. Net als de oneindige lijst seksuele voorkeuren. Die hadden allemaal een safe space nodig. Want ook zij kwamen tot de ontdekking dat jezelf zijn grenzen kent in het reguliere uitgaansleven.

De homo’s die de aids-epidemie met de paplepel ingegoten kregen hadden zich braaf aan alle maatregelen gehouden en wisten zelfs het apepokkenvirus in korte tijd de kop in te drukken. Ze bleven langer thuis dan de rest of hadden zich al overgegeven aan het digitale leven van apps en stiekeme feestjes. Dus toen ze eindelijk weer eens de deur uit gingen, bleken de gay bars een nieuw verdienmodel te hebben. De homokroeg was een lgbtq+experience geworden. Geen veilige haven, maar een ‘safe space’.

Ik geef die horeca-eigenaren groot gelijk. Dan hadden we ‘onze’ gay bars maar wat beter moeten beschermen tegen de leegloop. Het enige dat we nu nog kunnen doen, is vaker naar de kroeg gaan. Veel vaker. En met onze nieuwe queer-community samen strijden voor meer plekken om onszelf te kunnen zijn. Of liever nog: dat we overal onszelf mogen zijn. Heel misschien is er dan genoeg safe space voor iedereen. Zoveel, dat er ook weer een plekje komt waar ik ongestoord met andere mannen kan flirten. Tenzij ik natuurlijk genoegen neem met de ’tap’ in de virtuele kroeg.

Lees ook: Het wordt steeds drukker in de kast; dat is niet ok!