CS fietsers parkeren boete

Steeds meer steden omarmen het principe van ‘buiten de hokjes denken’, zelfs voor hun ambtenarenapparaat. Zo niet Rotterdam. Hier worden zelfs nieuwe hokjes bedacht.

Toch al ruim 10 jaar geleden bepleitte Richard Florida in zijn boek ‘The rise of the creative class’ dat in een kennissamenleving ruim baan zou moeten worden geboden aan de creatieve klasse, de denkers. Door deze groep te faciliteren met werk, hoogwaardige woonvormen en culturele voorzieningen ontstaat een andere dynamiek in een stad, die zorgt voor een flinke economische impuls en een veiliger en aangenamer leefklimaat.

In arbeidersstad Rotterdam hoef je natuurlijk niet te verwachten dat dit idee massaal wordt omarmd. ‘Handen uit de mouwen’ en ‘niet lullen maar poetsen’ worden nog dagelijks gebezigd in de stad waar om half zes de gehaktballen naast de aardappelen en boontjes op tafel staan. Een kunstacademie en een verlichte denker waarnaar de halve stad is vernoemd veranderen daar weinig aan. Bezuinigingen op cultuur werden met gejoel ontvangen door mensen die dat maar luxe vinden. Veel liever zien ze dat de grootste uitgavenpost van de gemeente wordt gespekt met nog meer geld. Voor de duidelijkheid: die grootste uitgavenpost is het potje ‘participatie’ waaronder miljoenen aan uitkeringen vallen, voor mensen die al heel lang geen werk meer hebben. Een deel van de werkloosheid wordt zelfs verbloemd, door een buitensporig grote bezigheidstherapie, waarbij de patiënten in zwartgele outfits Segways en iPads krijgen toegestopt als speeltjes waarmee ze zogenaamd belangrijk werk verrichten. Maar feiltelijk zijn ze geld aan het binnenharken voor een nog groter ambtenarenapparaat.

Nieuwe hokjes

De zwartgele patiënten zijn ook meestal niet in staat om buiten hokjes te denken, danwel vrije interpretaties of zelfstandige inschattingen te maken. Het intelligentieniveau is zelfs zo bedroevend laag dat ze de hokjes letterlijk moeten voortekenen op de straat om duidelijk te maken of iets er binnen past of niet. Zo zijn er de laatste tijd steeds meer hokken rondom de zogenaamde fietsnietjes te zien. Het is exemplarisch voor het gebrek aan visie en een overwinning van de hokjesgeest en betutteling.

Weerbarstige werkelijkheid

Staat je fiets niet binnen de lijntjes, dan wordt deze zonder pardon verwijderd. Degene die dat heeft bedacht, houdt waarschijnlijk van een opgeruimde stad en vindt dat er niet meer dan vier fietsen rondom een nietje mogen staan. Dat is een puur esthetisch quotom, want zelden strookt dit met de behoefte aan fietsstalruimte. De stadarchitect die het plein rondom het station ontwikkelde ging er vanuit dat iedereen keurig aan elk regeltje zou voldoen, zoals hijzelf en zijn collega’s al jaren doen. Zo zou iedereen zijn fiets in de fietskelder stoppen: duizenden plaatsen die ordelijk zijn ingedeeld met Teletubbie-kleuren om het makkelijk te maken je fiets terug te vinden. Nou parkeer ik al jaren mijn fiets tegen willekeurige bomen, maar ik heb nog nooit een kleurenpalet nodig gehad om de juiste boom terug te vinden.

Maar de werkelijkheid is weerbarstiger dan achter de bureaus van het gemeentehuis kan worden bedacht. Er zijn namelijk mensen die buiten de hokjes denken. Mensen die niet in een bocht van 90 graden de hoek omgaan, maar die keurig een bocht afsnijden om zo kostbare seconden te winnen in de ochtendspits. Van die mensen die een briljante ingeving nog snel even op papier zetten voordat ze op de fiets springen richting station. Niet dat ze de trein moeten halen, maar voor € 2,- heb je een koffie en een croissant van de HEMA en dat is een verdomd lekker ontbijt. De fiets in de kelder zetten om even een ontbijt te scoren is wat omslachtig, dus die wordt voor die enkele minuten even dichtbij de stationsingang neergezet. Snel dat ontbijt halen en dan door naar het hippe kantoor dat voorzien is van een uitgebreide fietsenstalling. Maar bij terugkeer op het stationsplein blijkt de fiets verdwenen. In de verte lopen twee zwartgeel geklede personen met de fiest tussen hen in. Een smeekbede blijkt niet te werken; dat staat niet in de procedures. De koffie en croissant bieden een schrale troost en het gekrenkte brein raakt geïnspireerd door de situatie. Toch jammer dat sommige mensen nooit zullen ervaren dat een geprikkeld brein soms net zo zaligmakend kan zijn als de spierpijn na een dag poetsen zonder te lullen.