Je kon de afgelopen weken geen krant of magazine openen of er stond wel een artikel in over het nieuwe wereldwonder dat De Markthal heet. Met ruim een miljoen bezoekers in de eerste twee weken en een complete pershype achter de rug, is de vraag natuurlijk: ‘is het nou ook echt wat?’ 

Op 1 oktober opende Koningin Maxima de Markthal, die in amper 3 jaar tijd werd gebouwd. Dat is nog best knap als je bedenkt dat er een flinke parkeerkelder onder zit en de treinen naar zuid- & zuidwest-Nederland ondergronds voorbij razen door het naastgelegen station Blaak. In de maanden voorafgaand aan de opening waren de niet zo bescheiden architecten en “kunstenaars” van het dak veelvuldig in het nieuws. De hyperbolen waren niet van de lucht en soms vergeleken ze hun project met Michelangelo’s fresco’s in de Sixtijnse kapel. Ze noemden het dak zelfs ‘kunst’. Nu heb ik al heel wat kunst in mijn leven gezien, van prehistorisch tot hypermodern, zelfs van Michelangelo, maar aan het dak van de Markthal hangt gewoon een commerciële illustratie zonder ook maar 1 diepere laag. Hoeft ook niet trouwens, want het blijft een Markthal hè?

Het lekkerste vers uit de Markthal!

Ik ben dol op die Markthal: de kazen van Cromwijk Kaasdok zijn verrukkelijk! Mijn favoriete notenboer (overigens staat ‘ie ook gewoon op de buitenmarkt) heet nu Family Nuts en zijn kaneelamandelen zijn verslavend lekker. Patissier pakt macarons in alsof het edelstenen zijn en mijn vertrouwde Bram Ladage ziet er net iets lekkerder uit (maar dat kan ook aan die blonde gast met z’n afgetrainde lichaam liggen). Ik heb er zelfs een groentenkraam ontdekt waar je voor 5 euro 6 producten kunt uitkiezen. En als ik dan toch bezig ben: Monsieur Saucisson en Chateaubriand mag je niet missen. Voor de vis is het verleidelijk om naar Schmidt te gaan, maar Andaluz is voor mij toch een stukje Kruiskade en die gun ik het dan wat meer. Voor een glaasje wijn en een lekker snackje moet je dan welweer even terug naar de andere kant van de hal, want daar kun je bij Pincho’s lekker snaaien tussen de havenbaronnen en Kralingse kapsels. De sfeer in de Markthal is internationaal en doet denken aan de betere foodmarkets in Londen, Porto of Lissabon. Aan alle kanten straalt het uit dat je hier mag ‘genieten’. En dat is niet overdreven.

Wat vooral heel slim is gedaan, is de combinatie tussen horeca en verkoopruimte én een Albert Heijn, zodat je alles letterlijk onder 1 dak vindt. Een pan of wok niet in huis? Geen punt: hardware kun je ook gewoon kopen. Wijn en koffie zijn er ook. En de Chinese supermarkt heeft bijna alles in huis (behalve melkpoeder). De beste plekken om het dak te bewonderen (als je er toch bent) zijn de terrassen óp de marktkramen. Daar kun je ongestoord genieten van het uitzicht en tegelijkertijd wat eten en drinken.

Hoe vermijd je de drukte?

Kortom: die Markthal is zeker wat! Maar wanneer kun je er het beste heen? Met ruim 1 miljoen bezoekers op de teller is de Markthal namelijk ook een volwaardige toeristentrekpleister gebleken. Bovendien wordt de Markthal regelmatig overspoeld door ‘gewoon marktvolk’. In de post ‘Ontstijgen aan de massa in de Markthal van Rotterdam’ lees je alles over de beste tijden om de drukte te vermijden én wat de ergste figuren zijn die je tegenkomt als het druk is.

Snap je niets van het hoe en wat van de Markthal terwijl er ook een Marqt en een markt naast liggen, lees dan: Het verschil tussen Rotterdammers en Amsterdammers.

Wat vind jij van de Markthal? En wie is de jonge god van Bram Ladage? Let me know!