Toen ik 19 was ging ik met mijn toenmalige verkering naar Parijs. Het eten was lekker, de wijkjes mooi en de stad bruiste. Eigenlijk zoals Parijs altijd is. Daar is niets romantisch aan. Maar in films hoor je dan altijd die Amélie-piano of de klassieke accordeon en dan ineens wordt het romantisch.

Amsterdam heeft ook zo’n accordeon, maar die klinkt dan weer als carnaval. Net als het draaiorgel. Dus kwamen daar de beelden van een fietsende Rutger Hauer en Monique van de Ven-van-vóór-de-botox, met een fluitend deuntje. En de mondharmonica van Toots Tielemans.

Bij Barcelona denk je aan tapas en wijn, met een gitaar en een gepassioneerde flamenco. Ook nog nooit in het echt spontaan op straat tegengekomen trouwens. En Italië heeft z’n ‘O sole mio’ van de gondeliers.

Rotterdam heeft een soundtrack nodig voor verliefde stelletjes

Op de één of andere manier hoort muziek bij romantiek. En vandaar ook misschien dat tijdens de Dag van de Romantische muziek meer mensen verliefd door het Rotterdamse ‘Park bij de Euromast’ lopen.

Als we van Rotterdam een romantische stad willen maken, hebben we een soundtrack nodig. Niet op z’n Flikken Rotterdams. Of iets anders rauws en urban. Maar iets lieflijks of gepassioneerds. Is er al een fusion van tango met salsa? Dat lijkt me nou lekker Rotterdams.

Dan bestel ik een fles wijn voor mijn verkering en mij. En ga ik zwijmelend naar het tafereel kijken. Wetend dat zo’n witte kaaskop als ik, het ritmegevoel heeft van een zak aardappelen. Maar gelukkig komt op dat moment de barman met de fles wijn. En een portie bitterballen. Romantisch!